Duurzaamheidsbeleid
Visie
Bij Vive gaat beleggen verder dan financiële verantwoordelijkheid. We benaderen duurzaamheid in lijn met de SFDR-regelgeving vanuit twee perspectieven:
- Duurzaamheidsrisico’s (Outside-in): We analyseren de duurzaamheidsrisico’s (ESG-factoren) die van invloed kunnen zijn op de prestaties van beleggingen, zoals milieuproblemen, sociale risico’s en governance-uitdagingen. Deze risico’s integreren we in ons beleggingsproces om weloverwogen beslissingen te nemen die de robuustheid van onze portefeuilles vergroten.
- Duurzaamheidsimpact (Inside-out): We beoordelen de impact van onze beleggingen op mens, milieu en maatschappij. Ons doel is om positieve, meetbare bijdragen te leveren aan duurzaamheidsdoelstellingen en zo een duurzamere wereld te ondersteunen.
Deze benadering stelt ons in staat om niet alleen financieel rendement te behalen, maar ook bij te dragen aan een betere wereld. Door duurzaamheidsrisico’s te beheersen via ESG-integratie en de impact van beleggingen te optimaliseren, versterken we onze risico-rendementverhouding en ondersteunen we onze langetermijndoelstellingen, terwijl we actief bijdragen aan milieubescherming, sociale gelijkheid en goed ondernemingsbestuur.
Toepassing van duurzaam beleggen
Onze benadering van duurzaam beleggen combineert financiële doelstellingen met duurzaamheidsdoelen, gericht op een gebalanceerde risico-rendementverhouding en maximale positieve impact. Dit beleid is gebaseerd op drie kernprincipes:
- Uitsluitingsbeleid: Vive selecteert alleen fondsen die voldoen aan strikte uitsluitingscriteria en sectoren vermijden die niet aansluiten bij onze duurzaamheidsdoelen.
- Best-in-Class Selectie: We investeren in fondsen die binnen hun beleggingscategorie en mandaat uitblinken in ESG-prestaties en aantoonbare impact hebben in lijn met SFDR-criteria.
- Stemrechten en Engagement: Vive investeert uitsluitend in fondsen die actief stemrechten uitoefenen en een duidelijke engagementstrategie hanteren om verbeteringen in duurzaamheidsaspecten te stimuleren.
SFDR-Classificatie bij Fondsselectie
Vive implementeert zowel ESG-principes als SFDR-criteria in haar beleggingsproces. We selecteren fondsen die ten minste voldoen aan SFDR artikel 8-criteria, met een sterke voorkeur voor artikel 9-fondsen. Daarnaast beoordelen we ESG-ratings en kiezen we de fondsen met de hoogste scores binnen hun categorie, zodat we zowel duurzaamheidsrisico’s beheersen als een positieve impact realiseren.
Voor staatsobligaties worden de SFDR-criteria niet standaard toegepast, omdat deze doorgaans minder goed meetbaar zijn zoals bij andere beleggingscategorieën. De SFDR-classificaties geven ons een transparant en objectief kader om het duurzaamheidsprofiel van onze beleggingen te beoordelen.
Onze selectiecriteria richten zich op:
- Positieve bijdrage aan milieu en maatschappij
- Beperking van negatieve impact door middel van onder andere Principal Adverse Impact (PAI)-indicatoren
- Bevordering van ecologisch duurzame beleggingen, waar mogelijk binnen de EU-taxonomie
Met dit beleid verzekeren we dat onze beleggingen niet alleen voldoen aan financiële eisen, maar ook bijdragen aan duurzame en maatschappelijke waarde, passend bij de voortdurende ontwikkeling van duurzaamheidsstandaarden en regelgeving.
Duurzaamheidsdoelen en -resultaten
Onze beleggingen worden beoordeeld aan de hand van vier hoofdcriteria:
1. Beperking van Duurzaamheidsrisico’s (ESG-Ratings)
Duurzaamheidsrisico’s en ESG-Ratings
Een duurzaamheidsrisico is een gebeurtenis of omstandigheid op het gebied van Environment (milieu), Social (mens en maatschappij) of Governance (behoorlijk bestuur) die mogelijk een negatieve invloed kan hebben op de waarde van een belegging. Voorbeelden van dergelijke risico’s zijn:
Milieurisico’s: Klimaatverandering kan de waarde van beleggingen in CO₂-intensieve sectoren verminderen, omdat het businessmodel van deze bedrijven op termijn mogelijk niet houdbaar is.
Sociale risico’s: Slechte arbeidsomstandigheden of mensenrechtenschendingen kunnen de reputatie van een onderneming schaden, met negatieve gevolgen voor de bedrijfsresultaten.
Bestuurlijke risico’s: Gebrek aan behoorlijk bestuur, zoals corruptie of onvoldoende risicobeheersing, kan leiden tot operationele en financiële problemen.
ESG-Ratings meten hoe goed een bedrijf omgaat met financieel relevante duurzaamheidsrisico’s en -kansen. Deze beoordelingen worden gebruikt om binnen sectoren leiders en achterblijvers te identificeren op basis van:
- Hun blootstelling aan ESG-risico’s.
- Hun vermogen om deze risico’s effectief te beheren in vergelijking met concurrenten.
De ESG-Ratings worden gecategoriseerd als:
- Leiders: AAA, AA
- Gemiddeld: A, BBB, BB
- Achterblijvers: B, CCC
Deze ratings zijn toepasbaar op verschillende beleggingscategorieën, zoals aandelen, vastrentende waarden, leningen, beleggingsfondsen en landen.
Impact van ESG-criteria op het Beleggingsbeleid van Vive
Bij Vive integreren we ESG-principes actief in ons beleggingsbeleid om duurzaamheidsrisico’s te beperken en verantwoord beleggen te bevorderen. Onze Best-in-Class aanpak richt zich op het selecteren van fondsen die binnen hun sector beter presteren op ESG-criteria dan hun vergelijkbare concurrenten. Dit stelt ons in staat om de risico’s binnen onze portefeuille te minimaliseren en tegelijkertijd bij te dragen aan een positieve maatschappelijke impact.
Wij maken gebruik van ESG-ratings als een belangrijke maatstaf binnen ons selectieproces. Deze ratings helpen ons om fondsen te identificeren die voldoen aan onze duurzaamheidsdoelen en die passen binnen de normen van ons beleid. Hieronder volgt een overzicht van de beleggingscategorieën en hun ESG-ratings, waarbij we streven naar de hoogste scores binnen elk segment.
2. Beperking van negatieve impact (PAI)
Principal Adverse Impact (PAI) criteria
Een belangrijk onderdeel van een duurzame beleggingsstrategie is het uitsluiten van beleggingen met negatieve impact op mens en milieu. Bij Vive vormt het hebben van een uitsluitingsbeleid daarom een essentieel selectiecriterium. Om negatieve gevolgen te beperken, zijn de Principle Adverse Impact (PAI)-indicatoren opgesteld. Deze set van 64 meetbare indicatoren evalueert de mogelijke negatieve effecten van een belegging.
Voor beleggingsproducten onder SFDR artikel 8 en 9 is rapportage over ten minste 18 van deze 64 PAI-indicatoren verplicht. Van deze 18 zijn 14 kernindicatoren die verplicht moeten worden gerapporteerd voor alle relevante beleggingsproducten; daarnaast mogen 4 aanvullende indicatoren naar keuze worden opgenomen. De 14 verplichte indicatoren zijn:
- Broeikasgasemissies
- Koolstofvoetafdruk
- Broeikasgas-intensiteit van ondernemingen waarin is belegd
- Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen
- Verbruik en opwekking niet-hernieuwbare energie.
- Intensiteit energieverbruik per sector met grote klimaateffecten
- Negatieve gevolgen voor biodiversiteitsgevoelige gebieden
- Emissies in water
- Gevaarlijk en radioactief afval ratio
- Schendingen van de UNGC en OECD richtlijnen
- Ontbreken van procedures en compliance mechanismen voor het monitoren van de naleving van de van de UNGC en OECD richtlijnen
- Niet-gecorrigeerde loonkloof tussen mannen en vrouwen
- Genderdiversiteit raad van bestuur
- Controversiële wapens
Impact PAI-criteria op Vive Beleggingsbeleid
Alle fondsen in de portefeuille van Vive, waar relevant, beperken negatieve effecten door middel van een streng uitsluitingsbeleid. Dit uitsluitingsbeleid is een essentieel selectiecriterium in ons beleggingsbeleid. Elk fonds rapporteert welke negatieve effecten het beperkt, gebruikmakend van PAI-indicatoren om de duurzaamheidsprestaties transparant te maken.
Hieronder volgt een overzicht van de beleggingscategorieën en de specifieke PAI-indicatoren waarmee negatieve impact actief wordt beperkt:
3. Positieve maatschappelijke en ecologische bijdrage (SFDR)
Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) classificaties
De SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) biedt een Europees raamwerk voor het classificeren van beleggingen op basis van hun duurzaamheidsprestaties. Enkel beleggingen die voldoen aan de SFDR-vereisten mogen als duurzaam worden bestempeld. Deze regelgeving verplicht financiële instellingen om transparant te rapporteren over hoe duurzaamheid wordt geïntegreerd in hun beleggingskeuzes en stelt beleggers in staat beter geïnformeerd te zijn over de duurzaamheid van beleggingsproducten. SFDR onderverdeelt producten in drie categorieën, gebaseerd op de mate waarin duurzaamheid een rol speelt:
- Artikel 6: Beleggingsproducten die duurzaamheid niet actief integreren en doorgaans geen specifieke informatie bieden over de aanpak van duurzaamheidsrisico’s binnen de beleggingsstrategie. Deze producten worden vaak aangeduid als “grijze beleggingen.”
- Artikel 8: Beleggingsproducten die rekening houden met de impact van beleggingen op ESG-criteria, zonder dat duurzaamheid de primaire focus hoeft te zijn. Deze fondsen kunnen duurzame beleggingsdoelen nastreven, maar dit is niet verplicht. Artikel 8 fondsen staan bekend als “lichtgroene beleggingen.”
- Artikel 9: Beleggingsproducten met een expliciete focus op duurzame doelstellingen, met als doel meetbare positieve impact op ESG. Artikel 9 fondsen zijn gericht op diepgaande duurzaamheid en worden aangeduid als “donkergroene beleggingen.”
Dit classificatiesysteem helpt beleggers bij het onderscheiden van de duurzaamheidsprestaties van beleggingsproducten en biedt een gestandaardiseerde basis voor verantwoorde investeringskeuzes.
Impact SFDR-classificatie op Vive Beleggingsbeleid
Wat is een duurzame belegging conform SFDR?
Fondsmanagers hebben intern beleid en methodologieën om te meten of een belegging duurzaam is conform SFDR. Er is geen uniform instrumentarium om belegging als duurzaam conform SFDR te classificeren. SFDR wetgeving schrijft voor dat een belegging duurzaam mag worden genoemd onder drie voorwaardes:
- De belegging moet een positieve bijdrage leveren aan een ecologsiche of maatschappelijke doelstelling.
- De belegging moet voldoen aan het “Do No Significant Harm” principe, wat inhoudt dat de belegging niet bijdraagt aan activiteiten die grote schade kunnen aanbrengen, zoals bijvoorbeeld controversiële wapens.
- Het bedrijf waar in wordt belegd moeten een goed bestuur hebben met duidelijke regels om sociale problemen te voorkomen.
Als een fondsmanager bepaalt dat een belegging zich aan al deze 3 voorwaardes houdt, dan is het een duurzame belegging conform SFDR.
4. Ecologisch duurzaam beleggingen (EU-Taxonomie)
EU-Taxonomie
Een belegging wordt alleen als ecologisch duurzaam geclassificeerd door de EU-Taxonomie als de onderliggende activiteit significant en meetbaar bijdraagt aan ten minste één van de zes vastgestelde milieudoelstellingen. Daarnaast moet er ook met data worden aangetoond dat het bedrijf andere milieudoelstellingen niet significant schaadt (het “Do No Significant Harm” principe). Ook moet het bedrijf voldoen aan sociale maatstaven, zoals de bescherming van arbeidsrechten en het respecteren van mensenrechten.
De zes ecologische doelstellingen van de EU-Taxonomie zijn:
- Beperking van de klimaatverandering: Vermindering van de impact van het bedrijf op de opwarming van de aarde door bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
- Aanpassing aan klimaatverandering: Maatregelen om de impact van klimaatverandering op de organisatie te beheersen door bijvoorbeeld dijken te bouwen als bescherming tegen overstromingen.
- Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen: Het bevorderen van efficiënt watergebruik en de bescherming van waterkwaliteit.
- Transitie naar een circulaire economie: Het bevorderen van recycling, hergebruik en het verminderen van afvalproductie.
- Preventie en bestrijding van vervuiling: Het voorkomen en verminderen van lucht-, water- en bodemverontreiniging.
- Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen: Het behoud en herstel van natuurlijke habitats en het voorkomen van verlies aan biodiversiteit
Impact van EU-Taxonomie op Vive Beleggingsbeleid
Vive onderzoekt voortdurend het aanbod van ecologisch duurzame beleggingen binnen de EU-taxonomie. Door een beperkt aanbod rapporteert op dit moment het fonds Bedrijfsleningen Euro een beperkte ecologisch duurzame belegging van 1,06% (31/12/2023) conform de taxonomiecriteria. Op dit moment heeft geen van de fondsen in de portefeuille van Vive specifieke doelstellingen gesteld voor ecologisch duurzame beleggingen.
Doorlopende Verbetering en Aanpassing
Duurzaamheid is een onderwerp in voortdurende ontwikkeling. Bij Vive erkennen we dat de standaarden, wetgeving en inzichten rondom duurzaam beleggen zich blijven ontwikkelen. We blijven daarom ons duurzaamheidsbeleid continu aanscherpen en aanpassen aan de laatste ontwikkelingen. Dit stelt ons in staat om onze strategie voortdurend af te stemmen op de best practices binnen de sector en zo een blijvende positieve impact te realiseren.
Met deze aanpak blijft Vive zich inzetten voor een verantwoorde en duurzame beleggingsstrategie, waarbij we ons richten op het leveren van waarde voor onze klanten en het bevorderen van een betere wereld.
In 30 min alles weten over pensioen?
Krijg een compleet beeld van het pensioenlandschap in Nederland.
Inclusief een overzicht van alle mogelijkheden en keuzes.